Whatsapp
Bel ons op
Wij bieden oplossingen voor uw emissieproblemen
EGR - DPF - ADBLUE - CATA - SHUTTERS
Gevestigd in Rouen, FR (76000) Mobiel in heel Frankrijk
en zelfs in het buitenland.
Dinsdag 29 juli 2025
Bestandsservice-login
06.33.56.48.75
E-mail

Storing 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD kop ontstekingsprobleem

CAT C9.3 motor

Storing 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD kop ontstekingsprobleem

Storingscode 3474-31, die vaak wordt aangetroffen op Claas Lexion 750's, wijst op een storing in de ARD-kop, die verantwoordelijk is voor storingen in het regeneratieproces. Dit type storing, dat rechtstreeks gekoppeld is aan de anti-vervuilingsapparaten, leidt tot motorstoringen, een verslechterde modus of zelfs een volledige stilstand van de activiteit. Om dit te verhelpen kan een geavanceerde herprogrammering van de Adem 4 ECU de ARD en aanverwante componenten (AdBlue, DPF) deactiveren, waardoor een betrouwbare, ononderbroken werking wordt gegarandeerd. Hierdoor keert de CAT C9.3-motor terug naar optimale prestaties, aangepast aan de werkelijke bedrijfsomstandigheden.

Defecten 3474-31 en 3719-16 op Claas Lexion 750: Gerelateerde defecten en problemen

Fout 3474-31, ook wel SPN 3474 FMI 31 genoemd, duidt op een onderbreking in het DPF-regeneratieproces op Claas Lexion maaidorsers, waaronder de modellen 740, 750 en 760. Deze code verschijnt wanneer de Caterpillar C9.3 motor, uitgerust met de Adem 4 ECU, een verlies van verbranding detecteert in de ARD-kop. De regeneratie start, maar de verbranding stopt voortijdig, waardoor het roet niet wordt verwijderd en de motor gedwongen wordt zijn vermogen te beperken.

Fout 3474-31 wordt geactiveerd wanneer de Adem 4 ECU een verlies van effectieve verbranding detecteert in de ARD-kop terwijl de DPF-regeneratie bezig is. Dit probleem kan worden veroorzaakt door een aantal mechanische, elektronische of motormanagementcomponenten. Hier zijn de meest voorkomende oorzaken die in de praktijk zijn waargenomen:

3719-16 - Hoog roetgehalte in de DPF (matig ernstig)

Exacte vertaling : "DPF #1 Roetbelasting percentage: hoog - matig ernstig (2)".

Storingscode 3719-16 duidt op een overmatige ophoping van roet in het roetfilter (DPF). Deze waarschuwing wordt geactiveerd wanneer het door de Adem 4 ECU berekende roetbelastingniveau een kritische drempel overschrijdt die is gedefinieerd in de motorkalibratie. Het systeem gaat er dan van uit dat de omstandigheden niet langer acceptabel zijn voor een normale werking.

Deze code wordt geassocieerd met een ernstgraad 2, die een automatische reductie van het motorkoppel activeert. De verlaagde modus wordt geactiveerd om de motor en het uitlaatsysteem te beschermen tegen oververhitting of volledige verstopping van de DPF.

In de overgrote meerderheid van de gevallen treedt deze code op vlak na een mislukte regeneratiepoging, zoals de fout 3474-31(nabehandeling mislukt bij ontsteken). Met andere woorden, het systeem probeerde het roet te verbranden, maar omdat de verbranding niet startte of stopte, blijft het roet opgeslagen en blijft het zich ophopen.

🔌 Defecte interne weerstand (ARD-verwarming)

De verwarmingsweerstand die in de ARD-kop is ingebouwd, zorgt ervoor dat er voldoende temperatuur wordt bereikt om de verbranding van brandstof op gang te brengen. Als deze weerstand gedeeltelijk wordt doorgesneden, kortgesloten of een abnormale ohmse weerstand heeft, bereikt de kop niet de vereiste temperatuur. Het systeem blijft dan in koude verbranding of slaagt er niet in om een stabiele vlam te behouden. Tijdens een CAT ET-test moet de opgenomen stroom 5,5 tot 6 A bedragen. Een lagere waarde duidt op een storing in de verwarmingsmodule.

💧 Onvoldoende ARD-brandstofdruk komt voor bij fout 3474-31 op Claas Lexion 750

De ARD-kop heeft een specifieke injector die wordt gevoed door een bypass in het brandstofcircuit. Als de toevoerdruk te laag is, door een verstopt filter, een defecte hulppomp of een lek, wordt de inspuiting onvoldoende om een stabiele verbranding te behouden. Zelfs als er een eerste ontsteking plaatsvindt, kan de vlam doven door gebrek aan brandstof, waardoor storing 3474-31 wordt geactiveerd.

🌡️ Defecte temperatuursensoren

Sensoren bij de inlaat en uitlaat van de ARD-kop worden gebruikt om de temperatuurstijging te controleren. Als een van deze sensoren een inconsistente waarde teruggeeft of bevroren blijft, gaat de ECU ervan uit dat de verbranding niet is gestart, ook al heeft deze fysiek plaatsgevonden. Dit is een typisch geval van een "fantoom"-fout, die niet het gevolg is van een mechanisch defect, maar van een foutieve sensorterugkoppeling.

ARD-injector geblokkeerd of niet gesynchroniseerd

De ARD-brandstofinjector kan verstopt raken met verontreinigingen, vooral als het bijbehorende filter wordt verwaarloosd of als het circuit niet regelmatig wordt ontlucht. In sommige gevallen zorgt een niet synchrone aansturing van de ECU (onjuiste openingstijd) ervoor dat de brandstof niet op het juiste moment wordt ingespoten ten opzichte van de opwarmfase, waardoor ontsteking onmogelijk wordt.

Verstopping DPF en te hoge tegendruk

Een gedeeltelijk of volledig verstopte DPF creëert een te hoge tegendruk stroomopwaarts. Door deze druk kunnen de gassen niet goed door de ARD-kop stromen, wat de verbranding verstoort en onstabiel maakt. Het systeem kan een regeneratiepoging starten, maar de interne dynamische omstandigheden laten geen stabiele werking toe, waardoor de procedure wordt onderbroken.

Foutmelding Fout 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD hoofd ontstekingsprobleem
Foutmelding Fout 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD hoofd ontstekingsprobleem
Foutmelding Fout 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD hoofd ontstekingsprobleem
Foutmelding Fout 3474-31 op Claas Lexion 750 740 - ARD hoofd ontstekingsprobleem

🧯 Oververhitting, roet en brandgevaar op Claas Lexion

Als storing 3474-31 niet snel wordt verholpen, raakt het DPF oververhit en loopt de temperatuur in het uitlaatsysteem gevaarlijk op. Deze oververhitting kan grote thermische schade veroorzaken.

Op de Claas Lexion 740, 750 en 760 zijn verschillende gevallen van brand gemeld. Door overmatige hitte smelt de nabijgelegen dieseltank, waardoor de brandstof ontbrandt. Dit scenario vormt een reëel risico, vooral tijdens de oogst, wanneer de omstandigheden heet en stoffig zijn.

Hoe vind je een permanente oplossing?

🧠 Stappen in het verwijderingsproces via herprogrammering

1. 📥 Aansluiting op ECU met CAT ET

De CAT Comm Adapter III interface wordt eerst aangesloten op de diagnosepoort van de machine, waarna de CAT ET (Electronic Technician) software wordt gestart. De tool biedt toegang tot real-time parameters, foutgeschiedenis, sensorwaarden en de huidige configuratie van de Adem 4 ECU.

2. 📋 De huidige configuratie opslaan

Voordat er wijzigingen worden aangebracht, worden de ECM-parameters volledig uitgelezen. Met sommige tools kun je het kalibratiebestand (flashbestand .fls) uitpakken dat bij het model en serienummer hoort. Deze stap is cruciaal als je indien nodig terug wilt naar de originele instellingen (fabrieksback-up).

3. Het kalibratiebestand lezen

De gegevens worden uit de ECU gehaald met een uitleestool zoals Kess, New Genius, BDM, KTAG of Bench (afhankelijk van protocol en ondersteuning). Op Adem 4 gebeurt dit vaak via BDM of Boot Mode, omdat sommige modellen beschermd zijn tegen OBD-uitlezing.

Het uitgepakte bestand bevat niet alleen de motormapping, maar ook de SCR-, DPF-, EGR- en ARD-managementmodules. Dit is waar wij om de hoek komen kijken.

4. 🧱 Onderdrukking van antivervuilingsfuncties

Wijzig in het .bin- of .fls-bestand :

  • ARD-blok → deactivering van naverbrandingsinjectie en verwarmer

  • Automatisch regeneratiebeheer → Neutralisatie DPF-tripping

  • Berekening van het roetgehalte → vervanging door een lage constante waarde

  • Strategie voor koppelvermindering → schrapping van voorwaarde 3719-16

  • DTC-codes → fouten met betrekking tot nabehandeling uitschakelen (3474, 357, 3719, enz.)

Deze stap moet zorgvuldig worden uitgevoerd, met behoud van alle andere functieblokken (temperatuur, druk, motorveiligheid).

5. Herschrijven in de ECM

Nadat de kalibratie is aangepast, wordt de Adem 4 ECU opnieuw geflasht met het gecorrigeerde bestand. Ofwel CAT ET (met een gewijzigd flashbestand) of een Trasdata / KTAG / Bench-tool wordt gebruikt om direct in Boot-modus te injecteren.

6. Validatie van de interventie

Nadat de ECU opnieuw is geprogrammeerd :

  • Foutcodes ontbreken

  • Regeneratie start niet langer opnieuw

  • De motor draait zonder koppelreductie

  • Het ARD-systeem is elektrisch uitgeschakeld, zonder dat er een waarschuwing wordt gegenereerd

De ECU blijft de essentiële motorfuncties beheren, zonder enige antivervuilingsstrategieën te activeren of DPF- of roetwaarschuwingen te genereren.

Laatste artikelen

spot_afbeeldingspot_afbeelding
spot_afbeeldingspot_afbeelding

Lees ook